2 el olijfolie
450 g kleine
uitjes
2 tenen knoflook,
doormidden gesneden
900 g runderpoulet
½ tl gemalen
kaneel
1 tl gemalen
kruidnagel
1 tl gemalen
komijn
2 el tomatenpuree
Zout en peper
1 fles krachtige
rode wijn
Raspsel en sap
van 1 sinaasappel
1 laurierblad
Fijngesneden
bladpeterselie ter garnering
1.
Verhit
de olijfolie in een groet, ovenbestendige braadpan. Bak hierin de uitjes en de
knoflook tot ze beginnen te kleuren. Braad de runderpoulet hierin ca. 5 minuten
rondom bruin, onder regelmatig omscheppen..
2.
Schep de
vleesblokjes om met de kaneel, kruidnagel, komijn, tomatenpuree en wat zout en
peper. Schenk de wijn erbij en roer alles om, zodat de aanzetsels op de bodem
van de pan loskomen. Voeg het sinaasappelraspsel en –sap en het laurierblad
toe. Breng de saus aan de kook en leg het deksel op de pan.
3.
Plaats
de braadpan ca. 1 ½ uur in een op 150°C voorverwarmde oven. Neem het deksel van
de pan en laat het vlees nog ca. 1 uur stoven, of tot het helemaal gaar is;
schep het tussentijds nog een- of tweemaal om. Strooi de fijngesneden
peterselie over de stoofschotel en serveer hem warm. Geef er gekookte
aardappelen of aardappelpuree bij.
Als wijn gebruikte ik port; in plaats van tomatenpuree nam ik tomatenblokjes uit blik. De stifado kookte ik 20 minuten in de snelkookpan op stand 2. De sjalotjes karameliseerde ik apart in de oven op 220°C hete lucht.
Ik nam rijst. Erbij aten we een warme salade van tuinbonen en snijbonen met feta.
Als toetje: yoghurt met honing en walnoten met een plak citroencake: